Geschiedenis

“Wederom zal Nijmegen kijken hoe het Kroegdispuut zijn zaken geregeld heeft. Namelijk: wel Goed! En op de vraag; waarom?” 

Na jarenlange discussie werd in 1923 eindelijk de kroon gezet op de Katholieke volwassenwording in Nederland met de opening van de Katholieke Universiteit Nijmegen. In datzelfde jaar werd het Nijmeegsch Studenten Corps Carolus Magnus opgericht. Iedere student werd automatisch lid van het Corps. De eerste dames en heren studenten waren veelal ouderejaars studenten uit andere steden die weggetrokken werden uit Corpora zoals het USC en het DSC om in Nijmegen het Katholieke gezicht gestalte te geven, aangevuld met enkele nieuwelingen.

De colleges werden in het begin nog gevolgd op de zolder van de familie de Gruijter aan het Keizer Karel plein. Hier ontstonden, onder andere, de eerste contacten die zouden leiden tot de oprichting van het Kroegdispuut De Tempeliers.

De kerk controleerde het Corps en haar Universiteit scherp. Er moest inhoud gegeven worden aan het Studentenleven. Vanaf 1923 wilden echter de ‘vrijgevochten’ westerlingen een Herensociëteit opzetten zoals zij al van hun eerdere studie gewend waren. Dit werd in beginsel toegestaan. In 1924 werd dan ook de Sociëtas Studiosorum Noviomagensis opgericht. Binnen deze Sociëtas waren drie verschillende groeperingen die meer wilden. Zij zouden de basis leggen voor de wijze waarop het hedendaags Nijmeegse Studentenleven zich afspeelt. Deze drie waren De Kavaliers, De Tempeliers en H.O.E.K., in deels willekeurige volgorde. Door hun inzet werd de scheiding tussen (Heeren)societeit en Corps in 1928 een feit met de oprichting van de Societas Studiosorum Noviomagensis Roland. Vijf jaar later dan eigenlijk mogelijk zou zijn geweest.

Maar wat was het Kroegdispuut De Tempeliers? Zij kenmerkten zich voornamelijk door, wat toen, de nieuwe rijken genoemd werden. Zo hadden zij hun eigen huis met butler. Op de universiteit waren 2 auto’s. De ene van de Rector Magnificus en de andere van een Tempelier. Zij waren maatschappelijk betrokken en studeerden bovenal niet. Er moesten namelijk commissies gedraaid worden en het Corps moest leven ingeblazen worden. Sportief waren we ook. Zo werd door Frans Albers Pistorius de Grote Prijs van Aken gewonnen en was hij o.a. de oprichter van de N.S.R.V. de Slordige Telganger, tegenwoordig ‘Jolly Jumper…’. Ook werd de Rally van Monte Carlo gereden, gehockeyd, de wielersport bedreven en op plaatselijk niveau werd er nogal eens gebowld. Zo was eind jaren ’30 een hecht dispuut ontstaan, dat midden in de samenleving, op de universiteit en in het Corps stond. Er werd gedisputeerd, gebeden, lol getrapt en ook nog gestudeerd.

Tijdens de 2e Wereldoorlog viel na de sluiting van de Societeit aan de Oranjesingel, door de Bezetter in 1942 , het Nijmeegsch Studenten Corps uiteen en daarmee het gehele studentenleven. Door de avondklok en andere beperkende maatregelen viel langzaam het Kroegdispuut in slaap. Dat er een enorm hechte band ontstaan was tussen de Tempeliers, zowel de oprichters als het studerende gedeelte, blijkt uit het feit dat vlak na de Oorlog een immense briefwisseling op gang komt tussen de studerende en afgestudeerde leden van het Kroegdispuut. Men zocht elkaar op en alras werd besloten de draad van voor de oorlog weer zo snel mogelijk op te pakken. Nadat de Canadezen de Societeit weer aan het Corps overhandigd hadden kon het echte leven weer beginnen. Zo werd meegeholpen aan het oprichten van de N.S.R.V. Phocas in 1947 en begonnen de eerste plannen op te steken voor een echt eigen huis. Het oude huis voldeed niet meer en na enkele omzwervingen waren de Tempeliers neergestreken in de Professor Kamstraat.

Ook dit was na enkele jaren niet toereikend meer. Er werd na enkele perioden van dromen nu echt spijkers met koppen geslagen. Een auto van de een van de ouders werd geregeld en in één weekend tijd werd het startbedrag bij elkaar gebracht voor het huidige pand aan de Wilhelminasingel. Bij de opening was zelfs een camera aanwezig om deze uitzonderlijke gebeurtenis vast te leggen. Het moet ook omstreeks deze tijd geweest zijn dat het familiecontact dat altijd al bestond via broers en neven van o.a. van Mierlo, Daalderop, Mignot, van Boven, Drion en van Thiel de contacten met Black and White van het Tilburgsch Studenten Corps naar Dispuutsniveau getild werden. Vele avonden werden in Nijmegen of Tilburg doorgebracht en bij ruzies vochten zij immer aan elkanders zijde. Dit zou een definitieve bevestiging worden van de vriendschap die tot op de dag van vandaag duurt. Ook Black and White is enig in zijn soort en word zowel verafgunst als verafgood in het Tilburgse. Een eigenschap die toch zeer Tempeliers-like is.

De universiteit begon ondertussen haar kleine karakter te verliezen. Dit kwam onder andere door de opening van de medische faculteit, maar ook door dat steeds meer mensen konden en wilden gaan studeren. Dit leidde uiteindelijk tot de eerste studentenacties in Nijmegen waarin de roep om meer democratisch onderwijs langzaam door begon te dringen. Het Corpsleven gaat dan al enkele jaren minder goed. De verschillende verenigingen komen onder druk te staan en illustere namen als ‘The brick and wall Society’ (bedoeld voor mensen op het net nieuwe Hoogeveldt) N.V.S.V. ‘Dynamene’ (naar voorbeeld van het U.V.S.V. en de A.V.S.V. Echter de grote klap komt in 1967.

In 1967 word de Senaat van Diogenes geïnaugureerd in rokkostuum en in 1968 treden ze als bestuur af met baard en sandalen. De wereld is in een jaar tijd veranderd en zal niet meer hetzelfde worden. De verhuizing naar de nieuwe sociëteit in de Commanderie van St. Jan word om verschillende financiële redenen afgeblazen, de ledenaantallen lopen terug en verenigingen gaan kapot, disputen gaan dood en het nihilisme en ‘knor-zijn’ doen zijn definitieve intrede.

Waar is echter het Kroegdispuut gebleven? Ook haar heeft de tijd niet ongeroerd gelaten. Daar kunnen we niet om heen. Eind jaren ’60 is het Kroegdispuut aan het verslappen. Tradities worden zonder omkijken overboord gegooid. Vaste begrippen lijken inhoudsloos te zijn geworden en de hechte band die Tempeliers immer gekenmerkt heeft lijkt minder te zijn. Een tragisch ‘hoogtepunt’ is wel het Lustrumgala in 1970 waar het Kroegdispuut in de Boerderij van Katholiek Corpsgenoot St. Olof al blowend onderuit gezakt op banken de oprichter met het schaamrood op de kaken ziet vertrekken. Langzaam worden echter de touwen weer strakker getrokken. Het Kroegdispuut begint weer te leven en dit blijkt ook uit het hockey-toernooi dat al enkele jaren een feit is. Het Coupe Des Templiers zal in de jaren daarna uitgroeien tot een fenomeen dat bekend is bij de Corpora, AHC-verenigingen en andere studentverbanden in Nederland. Dit tweedaagse toernooi zet Nijmegen weer enigszins op de kaart als Studentenstad, in plaats van het in zwang geraakte ‘Havana aan de Waal’ of stad van ‘Linkse pluizen en proleten’.

Het Kroegdispuut speelt een belangrijke rol bij het opzetten van de nieuwe vereniging die na de schandelijke fusie tussen S.V.N. De Meisjesclub ‘Lumen Ducet’ en de SSN Roland tot stand gekomen is. De Algemene Nijmeegse Studenten Vereniging. Een lang leven is deze naam echter niet beschoren. Na vele, vele klachten van reünisten, zusterverenigingen, corpora en universiteiten word in een zeer tumultueuze Ledenvergadering besloten om de naam te veranderen in de Nijmeegse Studenten Vereniging Carolus Magnus. Zij neemt de oprichtingsdatum aan van de SSN Roland, zodat al in 1973 het IX Lustrum van deze ‘gloednieuwe’ vereniging gevierd kan worden. Voor het Kroegdispuut betekenen al deze veranderingen niet zoveel. We doen waar we goed in zijn. Namelijk leiding nemen en leiding geven. Zo worden er vele Praesides, Bestuursleden en vice Praesides voor de Commissies geleverd. Er zijn weinig commissies waarin geen Tempelier te vinden is. Dit is een situatie die eigenlijk tot bijna op de dag van vandaag voortduurt.

Na de rustige jaren ’70 waarin Studerend Nijmegen zich langzaam probeerde te herstellen van de ondergane veranderingen, drong zich al het nieuwe tijdperk op. De tijd van de grote krakersrellen en de bijbehorende beweging. Het Kroegdispuut dat weer was teruggekeerd tot het baken van het Student-zijn dat ze immer geweest zijn merkte hier vrij weinig van. Tot op een gegeven moment eind jaren 70 een van de huisbewoners zijn Volvo Amazone ondergeschilderd zag met de leus: Crisis, wat nou crisis! Dat er zich nog enige tijd een politiepost bevond op de huisoudste kamer om ‘al dat linkse gepeupel’ rond de (toenmalige) Aula aan de Wilhelminasingel 13 in de gaten te houden werd allengs voor lief genomen.

Ook de Sociëteit en vereniging kende onder een twaalf jaar durende heerschappij in het Bestuur door de Tempeliers een ongekende groei. Het ledenaantal benaderde de 1000 en Nijmegen werd weer berucht om zijn tomeloze uitvallen waarbij weinig van de bezochte interieuren overbleef. Het leven herkreeg zijn oude vorm en het Kroegdispuut bleef toonaangevend. Verscheidene onderverenigingen en Commissies werden opgezet of opgericht. Het Hockeytoernooi werd uitgebouwd tot het grootste van Nijmegen dat de andere toernooien moeiteloos onder tafel concurreerde, zodat deze na een aantal edities alweer opgeheven moesten worden. Een club kocht zich daarna maar voor een paar fusten bier in bij een damesclub, om in ieder geval toch nog een toernooi te hebben. Maar dat was ergens in de jaren ’90. Op de Sociëteit zwaaiden de Tempeliers de scepter. Structuur moest er aangebracht worden, maar vooral niet in de commissies die voor Tempeliers te min waren.

Dan liever een eigen Commissie opzetten als je je toch verveelt op het Vensterhuis. Zo kwam het dat bij het bezoek van Koninging Juliana in 1980, Hare Majesteit keurig verwelkomt werd door een tiental heren met correcte zijscheiding en in correct pak. De Commissie van In- en uitgeleide was geboren. Nog vele redes van Professoren en Rector Magnifici zouden onder begeleiding van de Commissie opgedragen worden. Verder werd er voornamelijk gesloopt op de Sociëteit. Het oude pand aan de Bijleveldsingel werd langzaam maar zeker uitgehold als Studentenveste en het contact met de buurt werd er niet beter op. De N.S.V. Carolus Magnus bleef echter haar eigen koers varen en stevende zo vol vertrouwen op de jaren negentig af.

Met de invoering van weer een nieuw studiesysteem begon de klad begin jaren ’90 in het Studentenleven te komen. Het Kroegdispuut trok zich er wederom niets van aan en bleef zijn eigen koers varen. Het aantal leden bleef groeien. De Lustra werden groter gevierd en met een eigen Huisband en andere muzikale talenten werden de avonden en feesten opgeleukt. In deze tijd ontstond ook de Sociëteit H.E.S.T.I.A. Aanvankelijk ‘slechts de Seeg-Disco’ maar dit groeide al snel uit tot een fenomeen, waar menig Kroegganger maar wat graag voor uitgenodigd werd. Na 4 als de Sociëteit dreigde gesloten te worden togen de Tempeliers met een veelvoud aan vrouwen richting het Vensterhuis om daar de nacht tot na de tweede colleges voort te zetten.

Als vervanging van het eigen Hockeytoernooi begonnen we het hockeytoernooi van Pallieter te bezoeken. Zo konden we toch nog enigszins de sfeer van ons eigen toernooi mee krijgen. In Tilburg werd de naam van de Tempeliers vaak in een adem genoemd met de vrienden van Black and White en oude tijden floreerden bij menig vechtpartij waar de heren van Black and White graag een handje meehielpen om knorrige Tilburgse disputen de deur te wijzen. Zo ook in Nijmegen. Partij kies je namelijk alleen voor je vrienden. Dit werd de Tempeliers in Nijmegen niet in dank afgenomen en er werd dan ook met afgunst gekeken naar de niet-begrepen vriendschapsband die al zo lang bestond.

In Nijmegen bleef de positie onverminderd sterk. Er werd af en toe een huis overvallen of we waren zelf de pineut. Dit was echter dagelijkse kost en er werd meestal twee keer gecontroleerd alvorens de deur dichtgetrokken werd. Niet zelden werden Tempeliers wakker van wéér een of ander dispuut dat zich op dubieuze wijze toegang had verschaft om even wat sigilla op te komen halen. Of het kon zijn dat je naar buiten wilde gaan, maar tegengehouden werd door een eerstejaars van Olifant die met zijn hoofd door de deur geramd was. Langzaam ebde deze nawee van de jaren ’80 echter weg en rond 1995 kon een mooie balans opgemaakt worden.

Van alle Praesides ooit geleverd in de SSN Roland, of haar voorgangers en navolgers konden de Tempeliers tekenen voor bijna 50 % van deze Praesides. Het aantal bestuursleden, vice Praesides waren al eerder ontelbaar, laat staan gewone commissieleden. Het dispuut floreerde weer als vanouds onder een starre structuur. Eind jaren ’90 zou deze doorbroken worden en werd het Kroegdispuut op nieuwe wijze dezelfde richting ingestuurd. Voor het Lustrum in 2000 werd groots uitgepakt en deed het fenomeen ‘uitnodiging’ zijn intrede. Een andere manier om alleen maar leuke mensen op je Lustrumfeest te krijgen. Dat dit uitstekend werkt bleek wederom tijdens het IX Huislustrum dat in 2002 gevierd werd. Al tijden waren knorren en leden aan het jengelen om maar een uitnodiging te kunnen krijgen. De Sociëteit was gesloten op deze memorabele donderdagavond, omdat niemand zin had om op donderdag in een lege Sociëteit bier te drinken. Dit Lustrum werd weer eens groter gevierd dan menig Lustrum.

Hetzelfde gold voor het Xe Huislustrum in 2007. Na maanden lang klussen was het Vensterhuis weer in tip-top staat. De huisreceptie en natuurlijk het huisfeest dat niemand ooit meer zal vergeten. Kwam het door de goudgeschilderde vloer die voor een prachtig tafereel zorgde? Of misschien door de ideale man-vrouw verhouding?

In 2010 vierde het Kroegdispuut haar XVII lustrum. Na gepaste opening en maanden lange preparatie vertrok het Kroegdispuut naar Rome voor een gepaste dienst op het Sint Pieter plein. Met zegen van de Paus op zak kon het dispuut met een gerust hart haar lustrum gaan vieren met externen en knorren. Nadat het concept `uitnodiging` wederom was toegepast leek het een mooi idee om echt goed uit te pakken. Zo werd ons dispuutscafé `Bascafé` volledig nagebouwd op de eerste verdieping. Voor de beschonken gast was er tevens de gelegenheid geschapen om te genieten van serene rust in de lounge en op de begane grond werd de hitte van de Meimaand bestreden met enorme ventilatoren, lichtshows en honderden liters bier. ?Om het lustrum op gepaste wijze af te sluiten werd hotel Erika volledig afgehuurd. In iedere kamer zat een Tempeliers met zijn date, ook werd een nabijgelegen hotel volledig afgehuurd. 140 Tempeliersmonden zongen uit volle borst het dispuutlied om allen die heen gegaan zijn te herdenken en natuurlijk om te vieren.

Ook het inmiddels landelijk bekende hockeytoernooi om de Coupe des Templiers beleeft hoogtijdagen. Met in 2011 meer dan 1200 bezoekers en 100 teams uit heel Nederland is het toernooi het grootste hockeytoernooi dat de Lage Landen kent.

Met het XVIIe Lustrum inmiddels achter de rug, dat met trots de boeken in zal gaan als grootste Tempeliers lustrum ooit, zijn de voorbereidingen voor het XIe Lustrum van het Vensterhuis al volop bezig. Wederom zal Nijmegen weten wat het is om écht je eigen huis te hebben en zal er als vanouds met afgunst gekeken worden naar hoe het Kroegdispuut zijn zaken geregeld heeft. Namelijk: wel Goed! En op de vraag; waarom?

Wij wel.